zaterdag 24 december 2016

Moderne Literatuur boek 5 - Opwaaiende Zomerjurken; Oek de Jong

Opdracht 1: Standaardbeschrijving

Titelbeschrijving

Auteur: De Jong, Oek
Titel: Opwaaiende zomerjurken
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 1986 (27e druk)
Eerste druk: september 1979
Aantal pagina’s: 271


Genre

Het boek wordt gerekend tot de psychologische romans. Het gaat om de reacties van de hoofdpersoon op wat hij meegemaakt heeft, hoe hij de gebeurtenissen ervaart, niet hoe het werkelijk gebeurd is. De lezer krijgt met een psychisch gecompliceerde hoofdfiguur te maken.

Samenvatting

Deel I: Oskar Vanille
De achtjarige hoofdpersoon, Edo Mesch, blijft alleen met zijn moeder achter na het vertrek van zijn vader i.v.m. herhalingsoefeningen. Broer Marnix en zusje Linda gaan logeren bij oom en tante Waaijman . De bijzondere intelligente Edo raakt snel uit zijn evenwicht bij onverwachte en ingrijpende gebeurtenissen. Zo hangt er al dagen voor het vertrek van de gezinsleden een gespannen sfeer in huis. Wanneer moeder en zoon samen achter blijven inde woning, blijkt er een relatie tussen hen te bestaan. Toch neemt Edo vaak een afwerende of zelfs agressieve houding aan tegenover zijn moeder. Hij gedraagt zich als een verwend en onhebbelijk jongetje dat steeds aandacht vraagt. Dit gedrag weerspiegelt zijn innerlijke verscheurdheid, zijn diepgaande onzekerheid en daarmee gepaard gaande angst van alles wat er om hem heen gebeurt. Eén van de afweermiddelen tegen de angstige wereld is het gebruik van de naam Oskar Vanille, in een plotselinge, opwelling door vader verzonnen. Een ander middel dat helpt: doen alsof je als een vogel boven de aarde zweeft. Naast hen woont mevrouw Koelman en haar debiele zoon Teunis. De man van deze buurvrouw is in de oorlog gesneuveld. Mevrouw Koelman heeft het niet gemakkelijk in het leven en komt regelmatig, d.w.z. bijna iedere dag, bij Edo’s moeder uithuilen. De opvoeding van haar debiele zoon valt haar erg zwaar. Zowel voor de buurvrouw als voor de zoon koestert Edo een grote belangstelling, vooral vanwege het uitzonderlijke gedrag van beiden: het intrigeert hem omdat ze niet begrijpt en situaties niet voldoende doorziet. Vrienden heeft Edo weinig. Tijdens het bezoek van een schoolvriendje, Cesar Hollestelle, reageert Edo uitermate dwars en agressief. Van een kleine, maar hardnekkige oogafwijking maakt hij een drama, hoezeer moeder met rustgevende opmerkingen ook probeert zijn leven in goede banen te leiden. Na zijn vaders vertrek weigert Edo drie dagen het huis te verlaten en loopt zijn moeder voortdurend voor de voeten. Vervolgens brengt hij enkele dagen in de omheinde tuin door, waar hij urenlang onbeweeglijk kan zitten. Hij speelt in de zandbak. Balancerend met een hark in zijn hand doet hij alsof hij zeilt. Daar heeft hij grote belangstelling voor. Ook het speelgoedlabyrint dat hij van de buurvrouw cadeau heeft gekregen, kan hem tijdig bezig houden. Stiekem beloert hij de buurjongen die zich steeds vreemder gaat gedragen. Opeens zonder enige aanleiding, ontdekt Edo het gevoel van onbeweeglijkheid. Deze innerlijke rust stemt hem vrolijk en opgelucht. Na steeds in en om het huis rondgehangen te hebben trekt Edo er nu op uit, vaak met de fiets. Een tweede ontdekking doet hij op een fietstochtje met moeder, mevrouw Koelman en Teunis. Wanneer de opwaaiende zomerjurken om de lijven van moeders fladderen, krijgt Edo, achterop de fiets zittend, een gevoel van gelukzaligheid . Het lijkt of hij zich in de lucht verheft en in stilte wegzweeft. Aan de andere kant blijft hij zich realiseren in werkelijkheid op de bagagedrager te zitten: ‘...hij hoorde bij alles en zweefde.’ (p. 41)
De dagen erna verdwijnt de herinnering aan het gebeurde snel. Hij verlaat het huis regelmatig, zoekt jongens uit de buurt op en fitst vaak langs het kanaal. Van de schuilnaam Oskar Vanille wil hij niets meer weten: ‘Hij is weer gewoon Edo Mesch.’ (p. 55). Met zijn vrienden doet hij mee aan het gebruikelijke jongensachtige kattenkwaad, zoals proberen meiden in het water te smijten. Aan het slot van deze episode zien we Edo en mevrouw Koelman samen. Edo’s moeder brengt Teunis naar een inrichting, omdat hij thuis niet meer te handhaven is. Edo voelt zich door zijn moeder in de steek gelaten. Na een driftbui krijgt de buurvrouw hem kalm doordat ze in staat is de gevoelens op te roepen die Edo voor zijn moeder koestert.
Deel II: Het Systeem
Edo Mesch, nu 17 jaar, logeert op een eiland bij oom en tante Waaijman. Zij wonen in een architectonisch interessant huis. Het is opgetrokken in de bouwstijl van functionalisme. Ook bij de inrichting heeft men zich aan de bouwstijl gehouden: Rietveld- en Bauhausmeubelen, schilderijen van Mondriaan.
Al vanaf het begin bestaat er een spanning tussen de gastheer en de logé. Edo kan het met Herman slecht vinden. Ook tussen Simone en Edo doen zich problemen voor, zij het van andere aard. Zij voelen zich juist sterk tot elkaar aangetrokken, maar weten dat ze daaraan niet mogen en kunnen toegeven. Wat er tussen hen gaande is, heeft veel met een kat en muisspel te maken, waarbij ze elkaar beurtelings aantrekken en afstoten. Vooral in het gedrag van Simone merken we veel onduidelijkheden op. Doordat we haar gedachten niet kennen, beleven we al lezer de onzekerheden waaronder Edo in deze relatie gebukt gaat. Eén van de raadselachtigheden in Simones optreden is het plotselinge gezelschap van Eddy, die zij nadrukkelijk als haar minnaar afficheert. De spanning tussen Edo en enerzijds en oom en tante anderzijds, ontlaadt zich tenslotte op een morgen aan de ontbijttafel. Om hen te krenken -Herman om diens ongelofelijke zelfgenoegzaamheid en eigendunk, Simone om het wrede spel dat zij met Edo’s gevoelens speelt - onthult Edo de relatie tussen Simone en Eddy in grove bewoordingen. Het komt tot een vechtpartij tussen gastheer en logé. In een kort daarop volgende scène wordt beschreven hoe Simone zich tenslotte toch aan Edo over lijkt te geven, maar op het laatste moment duwt ze hem van zich af en loopt weg. Een extreem wrede wraakoefening voor Edo’s onthulling? De lezer kan slechts gissen: Simones motieven worden nergens duidelijk, Edo’s verliefdheid blijkt des te meer.
Tijdens deze vakantie trekt Edo zich vaak terug op zijn kamer. Hij maakt voortdurend notities, kennelijk met de bedoeling ze later uit te werken. Daarnaast zoekt hij de eenzaamheid om over zijn systeem te filosoferen. Zijn levens angst komt steeds ter sprake en de voornaamste methode om met de wereld en zichzelf om te gaan, is het construeren van een alles omvattend symmetrisch systeem. Naast het maken van notities hoopt hij hiermee orde in de chaos te scheppen.
Enkele malen ontmoet Edo Kramer, bekend van een vroegere vakantie op het eiland. Kramer voelt kennelijk enige genegenheid voor Edo, maar deze beantwoordt de gevoelens niet. Samen maken ze in een zweefvliegtuig een tocht boven het eiland.
Deel III: Scherm der reflexie
De gebeurtenissen in het laatste deel zijn uit veel verschillende samengesteld.
Edo’s lotgevallen worden afgewisseld door flashbacks en gedachtestromen, waardoor van een rechtlijnig in de tijd verteld verhaal geen sprake meer is. De hoofdpersoon is nu 24 jaar. Het begint met de lotgevallen op het passagiersschip Espresso Cagaliari. Edo reist in gezelschap van zijn vriendin Nina van Egypte naar Italië. Ze hebben de indrukwekkende kunst- en cultuuruitingen te Cairo en Alexandrië bezocht. Nina en Edo kennen elkaar zes jaar. Op de boot komt nadrukkelijk naar voren dat hun relatie de langste tijd geduurd heeft. Edo gedraagt zich uiterst onevenwichtig: het ene moment behandelt hij Nina met een grenzeloze onverschilligheid, het andere ogenblik liefkoost hij haar als een vurig minnaar.
Tijdens een dansavond op het schip ontmoet Edo Marta, een oudere vrouw met twee kinderen. Hij stelt zich voor als Oskar Vanille. De vrouw reageert verwonderd, want zij heeft een verhaal gelezen met een hoofdpersoon van die naam. De schrijver heette Edo Mesch. Edo onthult zijn ware identiteit niet. De vluchtige ontmoeting eindigt in Marta’s hut. Het zal niet blijven bij deze ene ontmoeting.
Aan boord bevindt zich ook professor Bolten. Hij leidde de excursie in Egypte. Hij behoort evenals oom Herman tot het zelfgenoegzame type. Daar heeft Edo vreselijk de pest aan. Na een scherpe discussie met beledigingen aan de kant van Edo slaat deze de hoogleraar op zijn gezicht.
Na de overtocht verblijft Edo in Italië. In Rome bezoekt hij de Villa Borghese met het beroemde schilderij van Titiaan: Hemelse en Aardse liefde. Dit brengt hem tot het uitspreken van een levenswens. Hij ontmoet een jonge man van zijn eigen leeftijd, Mario Arnofini, en zij discussiëren over tal van levensvraagstukken, over kunst, over hun moeders, over hun schrijverschap, over het nut van literatuur.
De relatie met Nina was kort na hun aankomst in Venetië tot een eind gekomen. Zij is alleen naar Nederland afgereisd. Edo’s verblijf in Italië, zijn ontmoeting met Mario, de ‘man met het Clark Gable-snorretje’ en Marta worden niet in chronologische volgorde beschreven.
Na enkele maanden keert Edo terug naar Nederland. Hij woont enige tijd bij Marta, maar neemt de benen als de relatie een serieus karakter krijgt. Daarna bezoekt hij zijn moeder waarmee hij uitvoerig praat over vroeger en over zijn psychische onevenwichtigheid.
Aan het eind van het boek keert hij terug naar het plekje uit zijn jeugd dat hem in gedachten regelmatig bezig gehouden heeft: het merengebied bij Erenwolt, het Buitenst Verlaat. Zijn leven overziend besluit hij er een eind aan te maken. De zelfmoordpoging slaagt bijna, maar op het laatste moment bedenkt hij zich en worstelt met door het ruwe water terug naar de zeilboot waar hij uitgesprongen was. Zijn levenswil is uiteindelijk sterker dan zijn levensangst.[1]





Opdracht 2

1.      Thematiek

a/b) Verhaalmotieven

Het belangrijkste motief in dit verhaal is de tegenstelling chaos-orde. Edo Mesch, de hoofdpersoon van het verhaal heeft orde nodig om zijn gedachte allemaal op een rijtje te kunnen hebben en houdt dan ook absoluut niet van chaos, maar dit is zijn grote probleem. Hij is namelijk enorm chaotisch in zijn hoofd, hij heeft elke keer wel ergens probleem mee en het lijkt er vaak op alsof Edo ook een soort van autisme heeft, want hij heeft vaak psychologische problemen. Deze verwarring en chaos is extreem goed tot uitdrukking gekomen in het boek, zodra Edo verward is, is de schrijfstijl ook bijzonder verwarrend. Dat is erg duidelijk te zien in het volgende citaten.
“Ik ben kaal. Katharsis. Reiniging. Het gevoel om kaal te zijn. Begrijp je wat dat voor gevoel is? Nee, dat begrijp je niet. Daar kan je eindelijk je vingers eens niet achter krijgen. Er gaat iets gebeuren, ma. Ik heb eindelijk in de gaten welke kan ik op moet. Halleluja.” (p.75)
“Moet opspringen van dit echtelijk bed. Echtelijk. Pff.” (p.72)
“Passagiersschip Espresso Cagliari. Het promenadedek onder de reddingsloepen. Een lens verscheen tussen de treden van de trap naar het zonnedek, een superachtcamera begon zacht te snorren en beschreef met ingehouden adem een hoek van negentig graden. De hemel en de Middellandse Zee in de Kodakleuren van de ondergaande zon, een stang, het bovenlijf van een jongeman, de handen in de steekzakken van een wit jack, stang, de blauwe leegte tussen de railing en de kiel van een sloep, stang, een elfjarige tweeling, hun handen: in de ene achteloos een sigaret, onder de andere danste een jojo op en neer.” (p.153)
Je ziet dat er elke keer heel veel chaos in het verhaal zit, maar dat het altijd ook weer heel geleidelijk wordt teruggekeerd naar de orde, dit is eigenlijk het belangrijkste aan de schrijfstijl, wat voor heel het boek geld. Daarom is chaos-orde het belangrijkste motief.

c/d) Thema

Zoals ik hierboven heb beschreven heeft dit boek een heel belangrijk motief, namelijk de tegenstelling chaos-orde. Dit is echter niet de enige tegenstelling in het boek en er zijn dus ook nog andere, minder belangrijke motieven. Die motieven hebben alles te maken met het thema van het verhaal. Ik denk namelijk dat het thema van dit verhaal gaat om de problemen die een mens tegen kan komen tijdens de groei naar volwassenheid. De problemen worden vooral veroorzaakt door de tegenstellingen die er dan zijn. Zo heeft Edo vaak last van een aantal tegenstellingen in dit verhaal.
Werkelijkheid - fantasie
Om zijn angsten voor de wereld (lees: de realiteit) tegen te gaan, creëert Edo in zijn jeugd een fantasiewereld, de wereld van Oskar Vanille, waarin alles goed en ideaal is. Als hij volwassen wordt verdwijnt deze Oskar Vanille samen met zijn jeugd, maar hij houdt niet op te fantaseren. Het is zelfs vaak onduidelijk waar de werkelijkheid ophoudt en de verbeelding begint, ook omdat je de meeste gebeurtenissen niet zelf meemaakt, maar alleen zijn interpretatie ervan onder ogen krijgt.
Extraversie - introversie
Soms gedraagt hij zich zeer uitbundig, maar vaak is hij ook uitermate gesloten en durft hij zijn emoties niet te uiten. Aan de ene kant wil hij graag extreem zijn om boven de grijze massa uit te stijgen, aan de andere kant probeert hij alle extremiteiten uit zijn leven te bannen. Ook is dit contrast te zien in zijn gezicht. Hij heeft een lui oog dat als het ware naar binnen staart en een gezond oog dat de wereld observeert.
Uit deze motieven blijken de grootste problemen van Edo Mesch. Hij heeft hier al last van in het eerste deel, als klein jongetje en de problemen worden alleen maar groter naarmate hij ouder wordt in deel twee en drie. Het opgroeien van de hoofdpersoon is het belangrijkste van dit verhaal en daarom is dat het thema van deze roman.

e) Titel – motto – thema

In dit boek zit er zeker een verband tussen titel, motto en thema. Het thema van het boek is dus het opgroeien naar volwassenheid en te moeten dealen met problemen en veel tegenstellingen. De titel van het boek is Opwaaiende Zomerjurken. De titel beschrijft namelijk het gevoel waar Edo naar streeft vanaf het moment dat hij jong is. Hij wil namelijk heel de wereld in een systeem gieten, zodat hij alles beter aankan. Het gevoel dat dit streven hem uiteindelijk moet geven is vergeleken met het gevoel van een opwaaiende zomerjurk (deel 1). Het motto van het verhaal luidt als volgt: “Ieder mens streeft naar de harmonieuze balans tussen zijn tegenstrijdigheden, hoewel dit voor bijna niemand realiseerbaar is. Edo is dus eigenlijk een normaal mens die probeert een uitgebalanceerd leven te bereiken, maar de tegenstellingen van zijn geest zijn te groot om te overbruggen.” Hierin is thema en motto direct met elkaar verbonden en dus eigenlijk ook de titel, want de titel is de vergelijking met het gevoel dat de harmonieuze balans zou moeten geven.

2.      Plaats en ruimte

a/b) Plaats

In het boek zijn verschillende plaatsen erg belangrijk. In de eerste twee delen is de hoofdpersoon, Edo, nog gewoon in Zeeland (Nederland). Het derde deel begint op het schip ‘Espresso Cagliari’, vervolgens gaat het verhaal verder in Italië, als Edo vlucht voor zichzelf eigenlijk. De belangrijkste plaats daar is dan Rome. Van het gehele verhaal zijn dorp en huis van zijn jeugd de belangrijkste plekken, hier begint en eindigt het verhaal. Hij groeit daar namelijk op als klein jongetje en aan het eind van het verhaal keert hij terug om zelfmoord te plegen, maar gelukkig is zijn levensdrang groter dan zijn levensangst en overleeft hij zijn poging tot zelfdoding. Hij keert dan terug naar de plek waar hij is opgegroeid en vind daar uiteindelijk een vrede in zichzelf, door te accepteren dat hij is, zoals hij is. Daarom is de plek waar hij is opgegroeid de belangrijkste van het hele verhaal.

c) Ruimtebeschrijvingen

Vaak worden de ruimtebeschrijvingen gebruikt om aan te duiden hoe Edo zich op dat moment voelt. Als hij zich onveilig of onrustig voelt is hij vaak op een onbekende open plek, waar hij van alle kanten gezien zou kunnen worden. Als hij zich rustig en veilig voelt is vrijwel altijd op een bekende plek, waar hij vaak een beetje beschut is door bijvoorbeeld andere mensen, huizen, spullen en dergelijke dingen. De functies van de ruimtebeschrijvingen zijn dus de stemming van de hoofdpersoon weergeven.

d) Plaats – thematiek

Vaak is het bij de plaatsen die in het verhaal voorkomen erg belangrijk of deze heel erg open of beschut zijn. Deze duiden namelijk op een van de tegenstellingen van het verhaal. Deze tegenstellingen zijn motieven die erg belangrijk voor het thema zijn. De plaatsen geven aan hoe Edo, de hoofdpersoon zich voelt, zoals ik al eerder had verteld. De plaatsen bepalen dus in zoverre de sfeer van het verhaal en de thematiek is eigenlijk een beetje bepaald door de plaatsen, omdat deze onderdeel zijn van de motieven en de motieven weer onderdeel zijn van het thema.

3.      Eindoordeel

Zoals ik al heb verteld in dit verslag, is het boek erg chaotisch geschreven. Soms is dat wel leuk, maar vaak is het daardoor erg lastig om te achterhalen wat de schrijver precies bedoelt. Dit zorgde zeker in het begin met lezen wel voor wat moeilijkheden, maar naarmate het verhaal vordert, raakte ik hier steeds meer aan gewend en gingen het lezen ook een stuk gemakkelijker. Ik vind het een redelijk vlug boek, waardoor het prettig leest, maar het geeft vaak ook gedetailleerde beschrijvingen, dat maakt het naar mijn mening tot een goed boek. Soms vond ik dat de psychologische problemen van Edo wel een beetje veel nadruk kregen, waardoor je vaak het idee kreeg dat hij echt niet helemaal lekker in zijn hoofd is, hoewel dat niet altijd het geval is/was. Over het onderwerp van het verhaal had ik in het begin mijn twijfels, maar naarmate ik het ben gaan lezen, ben ik het een steeds leuker boek gaan vinden en wilde ik ook graag in een keer doorlezen. Kortom, ik vind het dus een heel leuk en goed boek en ik zou het zeker een keer aanraden aan iemand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten