Opdracht 1: Standaardbeschrijving
Titelbeschrijving
Auteur: De Jong, Oek
Titel: Opwaaiende zomerjurken
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 1986 (27e druk)
Eerste druk: september 1979
Aantal pagina’s: 271
Titel: Opwaaiende zomerjurken
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 1986 (27e druk)
Eerste druk: september 1979
Aantal pagina’s: 271
Genre
Het boek wordt gerekend tot de psychologische romans. Het
gaat om de reacties van de hoofdpersoon op wat hij meegemaakt heeft, hoe hij de
gebeurtenissen ervaart, niet hoe het werkelijk gebeurd is. De lezer krijgt met
een psychisch gecompliceerde hoofdfiguur te maken.
Samenvatting
Deel I: Oskar Vanille
De achtjarige hoofdpersoon, Edo Mesch, blijft alleen met
zijn moeder achter na het vertrek van zijn vader i.v.m. herhalingsoefeningen.
Broer Marnix en zusje Linda gaan logeren bij oom en tante Waaijman . De bijzondere
intelligente Edo raakt snel uit zijn evenwicht bij onverwachte en ingrijpende
gebeurtenissen. Zo hangt er al dagen voor het vertrek van de gezinsleden een
gespannen sfeer in huis. Wanneer moeder en zoon samen achter blijven inde
woning, blijkt er een relatie tussen hen te bestaan. Toch neemt Edo vaak een
afwerende of zelfs agressieve houding aan tegenover zijn moeder. Hij gedraagt
zich als een verwend en onhebbelijk jongetje dat steeds aandacht vraagt. Dit
gedrag weerspiegelt zijn innerlijke verscheurdheid, zijn diepgaande onzekerheid
en daarmee gepaard gaande angst van alles wat er om hem heen gebeurt. Eén van
de afweermiddelen tegen de angstige wereld is het gebruik van de naam Oskar
Vanille, in een plotselinge, opwelling door vader verzonnen. Een ander middel
dat helpt: doen alsof je als een vogel boven de aarde zweeft. Naast hen woont
mevrouw Koelman en haar debiele zoon Teunis. De man van deze buurvrouw is in de
oorlog gesneuveld. Mevrouw Koelman heeft het niet gemakkelijk in het leven en
komt regelmatig, d.w.z. bijna iedere dag, bij Edo’s moeder uithuilen. De
opvoeding van haar debiele zoon valt haar erg zwaar. Zowel voor de buurvrouw
als voor de zoon koestert Edo een grote belangstelling, vooral vanwege het
uitzonderlijke gedrag van beiden: het intrigeert hem omdat ze niet begrijpt en
situaties niet voldoende doorziet. Vrienden heeft Edo weinig. Tijdens het
bezoek van een schoolvriendje, Cesar Hollestelle, reageert Edo uitermate dwars
en agressief. Van een kleine, maar hardnekkige oogafwijking maakt hij een
drama, hoezeer moeder met rustgevende opmerkingen ook probeert zijn leven in
goede banen te leiden. Na zijn vaders vertrek weigert Edo drie dagen het huis
te verlaten en loopt zijn moeder voortdurend voor de voeten. Vervolgens brengt
hij enkele dagen in de omheinde tuin door, waar hij urenlang onbeweeglijk kan
zitten. Hij speelt in de zandbak. Balancerend met een hark in zijn hand doet
hij alsof hij zeilt. Daar heeft hij grote belangstelling voor. Ook het
speelgoedlabyrint dat hij van de buurvrouw cadeau heeft gekregen, kan hem
tijdig bezig houden. Stiekem beloert hij de buurjongen die zich steeds vreemder
gaat gedragen. Opeens zonder enige aanleiding, ontdekt Edo het gevoel van
onbeweeglijkheid. Deze innerlijke rust stemt hem vrolijk en opgelucht. Na
steeds in en om het huis rondgehangen te hebben trekt Edo er nu op uit, vaak
met de fiets. Een tweede ontdekking doet hij op een fietstochtje met moeder,
mevrouw Koelman en Teunis. Wanneer de opwaaiende zomerjurken om de lijven van
moeders fladderen, krijgt Edo, achterop de fiets zittend, een gevoel van
gelukzaligheid . Het lijkt of hij zich in de lucht verheft en in stilte
wegzweeft. Aan de andere kant blijft hij zich realiseren in werkelijkheid op de
bagagedrager te zitten: ‘...hij hoorde bij alles en zweefde.’ (p. 41)
De dagen erna verdwijnt de herinnering aan het gebeurde
snel. Hij verlaat het huis regelmatig, zoekt jongens uit de buurt op en fitst
vaak langs het kanaal. Van de schuilnaam Oskar Vanille wil hij niets meer
weten: ‘Hij is weer gewoon Edo Mesch.’ (p. 55). Met zijn vrienden doet hij mee
aan het gebruikelijke jongensachtige kattenkwaad, zoals proberen meiden in het
water te smijten. Aan het slot van deze episode zien we Edo en mevrouw Koelman
samen. Edo’s moeder brengt Teunis naar een inrichting, omdat hij thuis niet
meer te handhaven is. Edo voelt zich door zijn moeder in de steek gelaten. Na
een driftbui krijgt de buurvrouw hem kalm doordat ze in staat is de gevoelens
op te roepen die Edo voor zijn moeder koestert.
Deel II: Het Systeem
Edo Mesch, nu 17 jaar, logeert op een eiland bij oom en
tante Waaijman. Zij wonen in een architectonisch interessant huis. Het is
opgetrokken in de bouwstijl van functionalisme. Ook bij de inrichting heeft men
zich aan de bouwstijl gehouden: Rietveld- en Bauhausmeubelen, schilderijen van
Mondriaan.
Al vanaf het begin bestaat er een spanning tussen de
gastheer en de logé. Edo kan het met Herman slecht vinden. Ook tussen Simone en
Edo doen zich problemen voor, zij het van andere aard. Zij voelen zich juist
sterk tot elkaar aangetrokken, maar weten dat ze daaraan niet mogen en kunnen
toegeven. Wat er tussen hen gaande is, heeft veel met een kat en muisspel te
maken, waarbij ze elkaar beurtelings aantrekken en afstoten. Vooral in het
gedrag van Simone merken we veel onduidelijkheden op. Doordat we haar gedachten
niet kennen, beleven we al lezer de onzekerheden waaronder Edo in deze relatie
gebukt gaat. Eén van de raadselachtigheden in Simones optreden is het
plotselinge gezelschap van Eddy, die zij nadrukkelijk als haar minnaar
afficheert. De spanning tussen Edo en enerzijds en oom en tante anderzijds,
ontlaadt zich tenslotte op een morgen aan de ontbijttafel. Om hen te krenken
-Herman om diens ongelofelijke zelfgenoegzaamheid en eigendunk, Simone om het
wrede spel dat zij met Edo’s gevoelens speelt - onthult Edo de relatie tussen
Simone en Eddy in grove bewoordingen. Het komt tot een vechtpartij tussen
gastheer en logé. In een kort daarop volgende scène wordt beschreven hoe Simone
zich tenslotte toch aan Edo over lijkt te geven, maar op het laatste moment
duwt ze hem van zich af en loopt weg. Een extreem wrede wraakoefening voor
Edo’s onthulling? De lezer kan slechts gissen: Simones motieven worden nergens
duidelijk, Edo’s verliefdheid blijkt des te meer.
Tijdens deze vakantie trekt Edo zich vaak terug op zijn
kamer. Hij maakt voortdurend notities, kennelijk met de bedoeling ze later uit
te werken. Daarnaast zoekt hij de eenzaamheid om over zijn systeem te
filosoferen. Zijn levens angst komt steeds ter sprake en de voornaamste methode
om met de wereld en zichzelf om te gaan, is het construeren van een alles
omvattend symmetrisch systeem. Naast het maken van notities hoopt hij hiermee
orde in de chaos te scheppen.
Enkele malen ontmoet Edo Kramer, bekend van een vroegere
vakantie op het eiland. Kramer voelt kennelijk enige genegenheid voor Edo, maar
deze beantwoordt de gevoelens niet. Samen maken ze in een zweefvliegtuig een
tocht boven het eiland.
Deel III: Scherm der reflexie
De gebeurtenissen in het laatste deel zijn uit veel
verschillende samengesteld.
Edo’s lotgevallen worden afgewisseld door flashbacks en
gedachtestromen, waardoor van een rechtlijnig in de tijd verteld verhaal geen
sprake meer is. De hoofdpersoon is nu 24 jaar. Het begint met de lotgevallen op
het passagiersschip Espresso Cagaliari. Edo reist in gezelschap van zijn
vriendin Nina van Egypte naar Italië. Ze hebben de indrukwekkende kunst- en
cultuuruitingen te Cairo en Alexandrië bezocht. Nina en Edo kennen elkaar zes
jaar. Op de boot komt nadrukkelijk naar voren dat hun relatie de langste tijd
geduurd heeft. Edo gedraagt zich uiterst onevenwichtig: het ene moment
behandelt hij Nina met een grenzeloze onverschilligheid, het andere ogenblik
liefkoost hij haar als een vurig minnaar.
Tijdens een dansavond op het schip ontmoet Edo Marta, een
oudere vrouw met twee kinderen. Hij stelt zich voor als Oskar Vanille. De vrouw
reageert verwonderd, want zij heeft een verhaal gelezen met een hoofdpersoon
van die naam. De schrijver heette Edo Mesch. Edo onthult zijn ware identiteit
niet. De vluchtige ontmoeting eindigt in Marta’s hut. Het zal niet blijven bij
deze ene ontmoeting.
Aan boord bevindt zich ook professor Bolten. Hij leidde de
excursie in Egypte. Hij behoort evenals oom Herman tot het zelfgenoegzame type.
Daar heeft Edo vreselijk de pest aan. Na een scherpe discussie met beledigingen
aan de kant van Edo slaat deze de hoogleraar op zijn gezicht.
Na de overtocht verblijft Edo in Italië. In Rome bezoekt hij
de Villa Borghese met het beroemde schilderij van Titiaan: Hemelse en Aardse
liefde. Dit brengt hem tot het uitspreken van een levenswens. Hij ontmoet een
jonge man van zijn eigen leeftijd, Mario Arnofini, en zij discussiëren over tal
van levensvraagstukken, over kunst, over hun moeders, over hun schrijverschap,
over het nut van literatuur.
De relatie met Nina was kort na hun aankomst in Venetië tot
een eind gekomen. Zij is alleen naar Nederland afgereisd. Edo’s verblijf in
Italië, zijn ontmoeting met Mario, de ‘man met het Clark Gable-snorretje’ en Marta
worden niet in chronologische volgorde beschreven.
Na enkele maanden keert Edo terug naar Nederland. Hij woont
enige tijd bij Marta, maar neemt de benen als de relatie een serieus karakter
krijgt. Daarna bezoekt hij zijn moeder waarmee hij uitvoerig praat over vroeger
en over zijn psychische onevenwichtigheid.
Aan het eind van het boek keert hij terug naar het plekje
uit zijn jeugd dat hem in gedachten regelmatig bezig gehouden heeft: het
merengebied bij Erenwolt, het Buitenst Verlaat. Zijn leven overziend besluit
hij er een eind aan te maken. De zelfmoordpoging slaagt bijna, maar op het
laatste moment bedenkt hij zich en worstelt met door het ruwe water terug naar
de zeilboot waar hij uitgesprongen was. Zijn levenswil is uiteindelijk sterker
dan zijn levensangst.[1]
Opdracht 2
1. Thematiek
a/b) Verhaalmotieven
Het belangrijkste motief in dit verhaal is de tegenstelling
chaos-orde. Edo Mesch, de hoofdpersoon van het verhaal heeft orde nodig om zijn
gedachte allemaal op een rijtje te kunnen hebben en houdt dan ook absoluut niet
van chaos, maar dit is zijn grote probleem. Hij is namelijk enorm chaotisch in
zijn hoofd, hij heeft elke keer wel ergens probleem mee en het lijkt er vaak op
alsof Edo ook een soort van autisme heeft, want hij heeft vaak psychologische
problemen. Deze verwarring en chaos is extreem goed tot uitdrukking gekomen in
het boek, zodra Edo verward is, is de schrijfstijl ook bijzonder verwarrend.
Dat is erg duidelijk te zien in het volgende citaten.
“Ik ben kaal.
Katharsis. Reiniging. Het gevoel om kaal te zijn. Begrijp je wat dat voor
gevoel is? Nee, dat begrijp je niet. Daar kan je eindelijk je vingers eens niet
achter krijgen. Er gaat iets gebeuren, ma. Ik heb eindelijk in de gaten welke
kan ik op moet. Halleluja.” (p.75)
“Moet opspringen van
dit echtelijk bed. Echtelijk. Pff.” (p.72)
“Passagiersschip
Espresso Cagliari. Het promenadedek onder de reddingsloepen. Een lens verscheen
tussen de treden van de trap naar het zonnedek, een superachtcamera begon zacht
te snorren en beschreef met ingehouden adem een hoek van negentig graden. De
hemel en de Middellandse Zee in de Kodakleuren van de ondergaande zon, een
stang, het bovenlijf van een jongeman, de handen in de steekzakken van een wit
jack, stang, de blauwe leegte tussen de railing en de kiel van een sloep,
stang, een elfjarige tweeling, hun handen: in de ene achteloos een sigaret,
onder de andere danste een jojo op en neer.” (p.153)
Je ziet dat er elke keer heel veel chaos in het verhaal zit,
maar dat het altijd ook weer heel geleidelijk wordt teruggekeerd naar de orde,
dit is eigenlijk het belangrijkste aan de schrijfstijl, wat voor heel het boek
geld. Daarom is chaos-orde het belangrijkste motief.
c/d) Thema
Zoals ik hierboven heb beschreven heeft dit boek een heel
belangrijk motief, namelijk de tegenstelling chaos-orde. Dit is echter niet de
enige tegenstelling in het boek en er zijn dus ook nog andere, minder
belangrijke motieven. Die motieven hebben alles te maken met het thema van het
verhaal. Ik denk namelijk dat het thema van dit verhaal gaat om de problemen
die een mens tegen kan komen tijdens de groei naar volwassenheid. De problemen
worden vooral veroorzaakt door de tegenstellingen die er dan zijn. Zo heeft Edo
vaak last van een aantal tegenstellingen in dit verhaal.
Werkelijkheid - fantasie
Om zijn angsten voor
de wereld (lees: de realiteit) tegen te gaan, creëert Edo in zijn jeugd een
fantasiewereld, de wereld van Oskar Vanille, waarin alles goed en ideaal is.
Als hij volwassen wordt verdwijnt deze Oskar Vanille samen met zijn jeugd, maar
hij houdt niet op te fantaseren. Het is zelfs vaak onduidelijk waar de
werkelijkheid ophoudt en de verbeelding begint, ook omdat je de meeste
gebeurtenissen niet zelf meemaakt, maar alleen zijn interpretatie ervan onder
ogen krijgt.
Extraversie - introversie
Soms gedraagt hij zich
zeer uitbundig, maar vaak is hij ook uitermate gesloten en durft hij zijn
emoties niet te uiten. Aan de ene kant wil hij graag extreem zijn om boven de
grijze massa uit te stijgen, aan de andere kant probeert hij alle extremiteiten
uit zijn leven te bannen. Ook is dit contrast te zien in zijn gezicht. Hij
heeft een lui oog dat als het ware naar binnen staart en een gezond oog dat de
wereld observeert.
Uit deze motieven blijken de grootste problemen van Edo Mesch.
Hij heeft hier al last van in het eerste deel, als klein jongetje en de
problemen worden alleen maar groter naarmate hij ouder wordt in deel twee en
drie. Het opgroeien van de hoofdpersoon is het belangrijkste van dit verhaal en
daarom is dat het thema van deze roman.
e) Titel – motto – thema
In dit boek zit er zeker een verband tussen titel, motto en
thema. Het thema van het boek is dus het opgroeien naar volwassenheid en te
moeten dealen met problemen en veel tegenstellingen. De titel van het boek is
Opwaaiende Zomerjurken. De titel beschrijft namelijk het gevoel waar Edo naar
streeft vanaf het moment dat hij jong is. Hij wil namelijk heel de wereld in
een systeem gieten, zodat hij alles beter aankan. Het gevoel dat dit streven
hem uiteindelijk moet geven is vergeleken met het gevoel van een opwaaiende
zomerjurk (deel 1). Het motto van het verhaal luidt als volgt: “Ieder mens streeft naar de harmonieuze
balans tussen zijn tegenstrijdigheden, hoewel dit voor bijna niemand
realiseerbaar is. Edo is dus eigenlijk een normaal mens die probeert een
uitgebalanceerd leven te bereiken, maar de tegenstellingen van zijn geest zijn
te groot om te overbruggen.” Hierin is thema en motto direct met elkaar
verbonden en dus eigenlijk ook de titel, want de titel is de vergelijking met
het gevoel dat de harmonieuze balans zou moeten geven.
2. Plaats en ruimte
a/b) Plaats
In het boek zijn verschillende plaatsen erg belangrijk. In
de eerste twee delen is de hoofdpersoon, Edo, nog gewoon in Zeeland
(Nederland). Het derde deel begint op het schip ‘Espresso Cagliari’, vervolgens
gaat het verhaal verder in Italië, als Edo vlucht voor zichzelf eigenlijk. De
belangrijkste plaats daar is dan Rome. Van het gehele verhaal zijn dorp en huis
van zijn jeugd de belangrijkste plekken, hier begint en eindigt het verhaal.
Hij groeit daar namelijk op als klein jongetje en aan het eind van het verhaal
keert hij terug om zelfmoord te plegen, maar gelukkig is zijn levensdrang
groter dan zijn levensangst en overleeft hij zijn poging tot zelfdoding. Hij
keert dan terug naar de plek waar hij is opgegroeid en vind daar uiteindelijk
een vrede in zichzelf, door te accepteren dat hij is, zoals hij is. Daarom is
de plek waar hij is opgegroeid de belangrijkste van het hele verhaal.
c) Ruimtebeschrijvingen
Vaak worden de ruimtebeschrijvingen gebruikt om aan te
duiden hoe Edo zich op dat moment voelt. Als hij zich onveilig of onrustig
voelt is hij vaak op een onbekende open plek, waar hij van alle kanten gezien
zou kunnen worden. Als hij zich rustig en veilig voelt is vrijwel altijd op een
bekende plek, waar hij vaak een beetje beschut is door bijvoorbeeld andere
mensen, huizen, spullen en dergelijke dingen. De functies van de
ruimtebeschrijvingen zijn dus de stemming van de hoofdpersoon weergeven.
d) Plaats – thematiek
Vaak is het bij de plaatsen die in het verhaal voorkomen erg
belangrijk of deze heel erg open of beschut zijn. Deze duiden namelijk op een
van de tegenstellingen van het verhaal. Deze tegenstellingen zijn motieven die
erg belangrijk voor het thema zijn. De plaatsen geven aan hoe Edo, de
hoofdpersoon zich voelt, zoals ik al eerder had verteld. De plaatsen bepalen
dus in zoverre de sfeer van het verhaal en de thematiek is eigenlijk een beetje
bepaald door de plaatsen, omdat deze onderdeel zijn van de motieven en de
motieven weer onderdeel zijn van het thema.
3. Eindoordeel
Zoals ik al heb verteld in dit verslag, is het boek erg
chaotisch geschreven. Soms is dat wel leuk, maar vaak is het daardoor erg
lastig om te achterhalen wat de schrijver precies bedoelt. Dit zorgde zeker in
het begin met lezen wel voor wat moeilijkheden, maar naarmate het verhaal
vordert, raakte ik hier steeds meer aan gewend en gingen het lezen ook een stuk
gemakkelijker. Ik vind het een redelijk vlug boek, waardoor het prettig leest,
maar het geeft vaak ook gedetailleerde beschrijvingen, dat maakt het naar mijn
mening tot een goed boek. Soms vond ik dat de psychologische problemen van Edo
wel een beetje veel nadruk kregen, waardoor je vaak het idee kreeg dat hij echt
niet helemaal lekker in zijn hoofd is, hoewel dat niet altijd het geval is/was.
Over het onderwerp van het verhaal had ik in het begin mijn twijfels, maar
naarmate ik het ben gaan lezen, ben ik het een steeds leuker boek gaan vinden
en wilde ik ook graag in een keer doorlezen. Kortom, ik vind het dus een heel
leuk en goed boek en ik zou het zeker een keer aanraden aan iemand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten